Grease
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:35:22
Hoeveel,
- Eentje.

1:35:29
Dat kan niet. Hoe kom ik
aan een onvoldoende voor gym,

1:35:33
Had ik dan gym,
1:35:37
Kom allemaal hierheen.
Het is voor een goed doel.

1:35:40
Het pensioenfonds voor leraren.
Reageer je maar lekker af.

1:35:44
Hoe kon u ons laten zakken,
1:35:47
Je krijgt je diploma
als je naar de zomerschool komt.

1:35:55
Je had niet gemist
als je naar gym was geweest.

1:35:59
Gaan we bijdehand doen, Pak aan.
1:36:03
Je kan nog geen inning pitchen.
1:36:10
Wie ben jij, Jou kan ik gebruiken.
Jij gooit goed.

1:36:27
Kom daaruit, denk om je toestand.
1:36:29
Het was loos alarm.
Ik ben niet zwanger.

1:36:38
Ik wil best met je trouwen.
1:36:40
Is dat een aanbod,
Ik hap echt niet toe.

1:36:44
Ik meen het echt.
1:36:46
Het wordt geen rozengeur
en maneschijn.

1:36:57
Daar heb je Zuko.
- Onvoorstelbaar, zeg.


vorige.
volgende.