1:12:08
	Elizabeth, word wakker. Ze groeien.
1:12:10
	Uit die peulen.
1:12:12
	Ik bel de politie.
1:12:13
	Elizabeth, word wakker.
1:12:15
	Ze krijgen je als je slaapt. Omhoog !
1:12:19
	- Elizabeth ! Word wakker !
- Politie.
1:12:22
	- Agent, er zijn vier lichamen in mijn tuin.
- Ben je in orde ?
1:12:26
	- Blijf daar, meneer Bennell.
- Hoe weet u m'n naam ?
1:12:29
	- Hang op, Matthew.
- Ik heb m'n naam niet gezegd.
1:12:32
	Ik heb m'n naam niet gezegd.
1:12:35
	Ze zitten er allemaal in.
1:12:38
	Het zijn allemaal peulen.
1:12:43
	- Wie bel je ?
- Washington.
1:12:44
	- Wie ? De CIA, de FBI ? Dat zijn al peulen.
- Nee, 'n vriend bij Justitie.
1:12:49
	- Ik bel hem thuis.
- Wat ga je hem zeggen ?
1:12:51
	O, mijn God.
1:12:54
	Ze groeien uit die peulen.
1:12:56
	Ze hebben de stroom afgesneden.
1:13:09
	Matthew !
1:13:10
	- Ze sluiten de straat af.
- Nee !
1:13:23
	Van welk nummer belt u ?
1:13:25
	Ik heb 'n direct nummer gedraaid !
1:13:27
	Ik draai 't nummer, meneer Bennell.
1:13:30
	Ze komen hierheen !
1:13:36
	Hang op, Matthew !
1:13:40
	Matthew, heb je 'n geweer ?
1:13:43
	- Wat doen we nu ?
- Ga naar de achterdeur.
1:13:47
	Schiet op. Jack !
1:13:55
	Die kant op, onder de trap.
Ga maar. Ik kom zo.