1:01:02
Het was 'n vreselijk ongeluk.
1:01:15
Is dit het huis van Harrington ?
- Dat klopt.
1:01:19
Mag ik je moeder spreken ?
- Dat mag, maar niet nu.
1:01:23
Het is maar voor even.
1:01:25
Mijn moeder ontvangt vandaag
niemand.
1:01:29
Zeg haar maar...
1:01:30
Versta je geen Engels, eikel ?
We zijn niet thuis.
1:01:40
Wilcox had twee getrouwde dochters.
1:01:44
Nee, geen zoons.
1:01:45
Had Harrington kinderen ?
1:01:50
Hoe zag de jongen eruit ?
1:01:51
Ietwat bleek met donker steil haar,
blauwe ogen.
1:01:59
Ja, ik luister...
1:02:02
Waarom vraagt u ineens
naar de kinderen ?
1:02:04
Als u de vragen wilt stellen,
betaalt u ook voor dit gesprek.
1:02:12
Nee, ik heb geen enkel
verband gevonden.
1:02:20
Alles is nog duister.
Ik bel u morgen op.
1:02:37
Ik moet u spreken, Mr. Lieberman.
- Kom binnen. Ik wilde net naar u toe.
1:02:45
Ik kan niet lang blijven.
Jack jr. Weet niet waar ik ben.
1:02:51
Mijn zoon is alles wat ik heb.
1:02:57
U mag hem niet afnemen.
- Dat wil ik ook niet.