1:10:01
Komt James terug?
1:10:05
Dat denk ik.
1:10:08
- Waar was hij? Thuis?
- Ik weet het niet.
1:10:14
Ik moet ook maar 's naar huis.
1:10:21
Hoe is het met Dorothy?
1:10:24
Heel goed, dankje.
1:10:27
Ik zie datje 'n nieuwe foto van haar hebt.
1:10:30
Mooi, hè?
Die heeft m'n moeder me gestuurd.
1:10:35
Ze kan het vast goed vinden
metje moeder.
1:10:39
Zeg dat wel, m'n moeder is dol op haar.
1:10:42
Ze is juriste, links,
joods en kan lekker koken.
1:10:46
Wat wil ze nog meer?
1:10:53
Hoe is ze zo slim geworden?
1:10:58
Door te lezen.
1:11:01
Madame, uw diner.
1:11:04
Le grand banaan met een biertje.
1:11:07
Nee.
1:11:11
Wie is dit? Dylan Thomas.
1:11:16
Hij was dichter.
1:11:18
Een genie en een zatlap.
1:11:24
Waar schreef hij over?
1:11:26
Liefde, seks, de dood.
1:11:29
En andere zaken van gewicht.
1:11:32
Is het moeilijk om te lezen?
1:11:37
- Waarom zou ik dan?
- Wie weet heeft hij je wat te zeggen.
1:11:43
Doe die eens open?
1:11:48
"Raas, raas
tegen het sterven van het licht."
1:11:55
Goed, ik probeer het.
1:11:58
Mooi.