Brubaker
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:44:06
Er is hier niemand zoals ik.
:44:12
Waarom liet je me m'n gang gaan?
-Zegt u het maar. U bent de baas.

:44:22
Je probeert je zeker
aan twee kanten in te dekken.

:44:26
Je zit voor moord, hè?
-lk dacht dat ik moest komen om. . .

:44:31
Die prachtige grond, die oppervlakte,
al dat vee, en iedereen lijdt honger.

:44:37
Behalve kerels zoals jij.
:45:12
Heb je gegeten?
-lk eet die rotzooi niet.

:45:15
Weet je veel over voeding?
-lk weet veel over honger hebben.

:45:21
Vind je het prettig
om vertrouweling te zijn?

:45:25
Gewoon gevangene is niks.
:45:27
Je bent vast aan hervormers gewend.
-Elke directeur is een hervormer.

:45:34
Renfro niet.
-Hoe bedoelt u?

:45:38
Waar komen de kleren
van de gevangenen vandaan?

:45:41
Uit een speciale voddenfabriek?
:45:44
Renfro gaf ze gloednieuwe kleren,
net als u straks zult doen.

:45:49
Die vodden doet de volgende
directeur weer weg.

:45:52
Hoe is het nou als je
vertrouweling bent?

:45:56
Als je buiten op je paard zit en
je hebt je geweer in je handen. . .


vorige.
volgende.