:17:10
- Wie is dat meisje,
- Die blonde, Vickie.
:17:18
- Waar komt ze vandaan,
- Hier uit de buurt.
:17:23
- En haar achternaam,
- Vickie. Meer weet ik niet.
:17:27
Gewoon Vickie.
:17:30
- Kent ze hen ook,
- Ze kennen haar.
:17:34
Ze komt hier elke dag.
Iedereen kent elkaar hier.
:17:38
- Gaat ze met hen om,
- Ze is 15.
:17:41
Waar gaat ze uit,
de Copacabana,
:17:46
Ik hoorde dat ie met
'n mooie jonge blonde meid ging.
:17:51
Is zij dat,
:17:53
Ik betwijfel het. Waarom,
:17:56
Haar neuk je niet zo maar even.
:18:00
Geen lelijke woorden.
Hoe vaak zeg ik dat al?
:18:06
Doe dat niet.
:18:08
Ze is geen meisje dat je
eventjes naait.
:18:12
Het kost tijd bij haar.
:18:18
Heb jij d'r genaaid,
:18:19
Nee.
:18:21
- Eerlijk zijn.
- Dat ben ik.
:18:25
Jij weet best wanneer ik lieg.
:18:30
- We zijn wel 's uit geweest.
- Niet geprobeerd 'r te neuken,
:18:34
- Ik probeer alles te neuken.
- Ze wou niet met jou,
:18:37
- Ze wou niet.
- Allicht. Ze wist wel beter.
:18:41
- Wat wist ze beter,
- Ze wist dat je 'n beest was.
:18:46
Dat je haar reputatie
zou verknallen.
:18:49
- Praatte hij niet tegen Vickie,
- Was het die knaap,
:18:53
- Dezelfde.
- Ik ga hem vermoorden.
:18:55
- Had 'm hier gisteren gezien.
- Ik was bij de baas gisteren.
:18:59
We vinden hem wel.