Arthur
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:27:02
Hou op, papa.
:27:05
Vandaag iets raars gebeurd.
:27:08
Weet je waarom...
:27:10
...meisjes niet gelukkig trouwen?
:27:14
Een mop? Belgische meisjes?
:27:19
De reden is dat er
zoveel meisjes zijn...

:27:26
...en zo weinig prinsen.
:27:30
Heb je een prins ontmoet?
:27:32
Een aardige man.
Met mijn hulp kan hij prins worden.

:27:35
- Wie is het?
- Gewoon een man.

:27:37
Wat doet ie?
:27:40
Niks.
:27:43
Weer zo een.
Wat doet ie van beroep?

:27:48
Ik moet nu koken.
:27:50
Die nietsnut zal je wel bellen.
:27:56
Hij is miljonair.
:27:57
Mijn zegen heb je.
:28:00
Rozen. Geel.
:28:02
Die zal ze prachtig vinden.
:28:06
Gele rozen. Twee dozijn.
:28:08
Misschien nog iets anders erbij.
:28:12
Rode rozen. Bij die gele.
:28:14
Ze weet niet wat 'r overkomt!
:28:17
U bent een goeie jongen.
:28:18
Twee dozijn rode, OK?
:28:20
- Weet u wat er gebeurd is?
- Nee.

:28:23
Ik kwam haar gisteren tegen.
:28:26
Ik blijf maar aan haar denken!
:28:29
Bent u getrouwd?
:28:31
Eén keer. Ze leeft nog.
:28:32
- Wat is dat?
- Een yucca.

:28:36
- Die neem ik!
- Hoeveel?

:28:38
Vier.
:28:39
Waar was u toen ik auto's verkocht?
:28:42
Hoe wist u dat u verliefd was?
:28:43
Hoe weet je dat?
:28:45
Ik was in de trein...
:28:47
...van Washington naar New York.
:28:48
Wat is dat?
:28:49
- Een varen. Neem er vijf.
- Prima!

:28:52
Een mager meisje stapte in
en lachte naar me.

:28:56
Bij Baltimore was ik verkocht.
:28:59
Ging u fluiten?
Ik fluit heel veel!


vorige.
volgende.