Arthur
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:18:02
Als hij niet komt opdagen...
1:18:05
...dan vermoord ik hem.
1:18:06
Geen zorgen, Burt.
Ik praat elke dag met Arthur.

1:18:10
Na Hobson's dood is hij
nuchter en wil werken.

1:18:14
Een eerzaam burger
en een goede echtgenoot.

1:18:18
Bedankt en een prettige dag.
1:18:21
- Waar is mijn broodje?
- We werken aan het naamplaat je.

1:18:24
Schiet op met dat broodje!
1:18:29
U wenst?
1:18:30
Zijn de wentelteefjes lekker?
1:18:33
Jazeker.
1:18:36
Ik heb het druk, mevrouw.
1:18:38
Ik neem ze.
1:18:39
Heel verstandig.
1:18:42
Wacht even! Wacht!
1:18:43
Ik heb te lang gewacht.
1:18:46
Kun je de volgende zestig
jaar vrij nemen?

1:18:50
Moet ik vragen.
1:18:55
- Wil je koffie?
- Waar blijft mijn broodje?

1:18:58
Wacht even! Even halen!
1:18:59
- Wat is er, verdomme?
- Ze haalt uw broodje.

1:19:04
Uw broodje.
1:19:05
Wat is er gebeurd?
1:19:06
Hobson is dood.
1:19:08
Dat weet ik.
1:19:09
Hij hield veel van je.
Wist je dat?

1:19:12
Ik word nu volwassen.
1:19:15
Ik wil met jou trouwen.
1:19:18
Al moet ik zo meteen
met Susan trouwen.

1:19:21
- Dronken maar eerlijk.
- Eet je broodje!

1:19:26
Kun jij leven zonder het geld?
1:19:28
We zullen wel moeten.
1:19:32
Trouw alsjeblieft met me.
1:19:36
Ik beloof nuchter te blijven
en je blij te maken.

1:19:39
Het wordt niet makkelijk,
want ik zal arm zijn.

1:19:42
Wij zullen arm zijn.
1:19:43
Wij zullen arm zijn.
1:19:45
- De meeste mensen zijn arm.
- Eet je broodje!

1:19:47
Ik moet Susan inlichten.
Kom je mee?

1:19:51
Ik moet me omkleden.
1:19:52
- Ik dek je wel.
- OK.

1:19:56
Gisteren dacht ik dat
de maan me volgde.

1:19:58
Dat was ook zo.

vorige.
volgende.