Blow Out
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:14:02
Dat probeer ik net te zeggen.
Ik heb het meisje uit de auto gered.

:14:07
Zat er 'n meisje in ?
:14:10
- Welk meisje ?
- Ik heb haar hier heengebracht.

:14:13
Zat ze in de auto ?
:14:16
- Ja.
- Weet je dat zeker ?

:14:19
Natuurlijk weet ik dat zeker.
:14:21
Het is best donker onder water.
:14:24
Krijg je zo een objectieve
getuigenverklaring ? Laat dan maar zitten.

:14:30
De brancard moet erlangs. uit de weg.
:14:47
Hoe maakt ze 't ?
:14:49
Ze heeft geluk gehad. Lichte shock,
wat blauwe plekken. Niets ernstigs.

:14:54
- Mag ik haar zien ?
- Ze is verdoofd.

:14:57
- Ik neem gewoon even afscheid.
- Niet te lang.

:15:03
Hoe gaat ie ?
:15:07
Heb jij m'n tas ?
:15:10
Maak je geen zorgen,
de politie vindt hem vast wel.

:15:14
Dat weet ik.
:15:15
- Waar ga je heen ?
- Ik moet ervandoor.

:15:18
Je kunt beter even blijven liggen.
:15:21
Ze zijn nog niet met je klaar.
:15:25
Eventjes maar.
:15:28
Hoe voel je je ?
:15:31
Volgens de dokter heb ik geluk gehad.
:15:34
Hij had 't eens moeten meemaken.
:15:38
- Bedankt dat je me gered hebt.
- Graag gedaan.

:15:43
Door die modder
heb ik niet gezien hoe mooi je bent.

:15:46
Ik heb geen make-up op.
:15:49
Dat is niet erg. Dit is 'n ziekenhuis.
:15:53
- Wie ben jij ?
- Ik ben Jack Terry. Wie ben jij ?

:15:58
- Sally.
- Leuk met je kennis te maken.


vorige.
volgende.