:47:28
Hé, Sal. Hoe gaat ie ?
:47:30
Het is leuk om...
Ik was gewoon TV aan 't kijken.
:47:35
Je ziet er stralend uit.
:47:37
Wat kom je hier doen ?
:47:43
Wil je wat drinken ?
Een Scotch misschien ?
:47:57
Ik ben het, Sally.
:48:02
Sal. Kom binnen.
:48:06
Je ziet er stralend uit.
Wat kom je hier doen ?
:48:08
Wordt hier nooit schoongemaakt ?
:48:11
Je moet hier vroeg opstaan wil je
'n kamermeisje te pakken krijgen.
:48:17
Wat leuk dat je langskomt.
:48:19
Hoe heb je me gevonden ?
:48:21
- We zijn hier al zo vaak geweest.
- Dat klopt. Wil je wat drinken ?
:48:27
Ik kom niet voor de gezelligheid.
:48:30
Door jou ben ik bijna verongelukt.
Dood. Vat je wel ?
:48:34
Daar had ik niets mee te maken.
Dat was 'n ongeluk.
:48:38
- Waar was jij ?
- Wat bedoel je ?
:48:41
Ik ben vertrokken
toen ik die knul in het water zag springen.
:48:45
Ik had je toch niet kunnen redden.
:48:49
Misschien weet je dit niet,
maar ik kan niet zwemmen.