1:00:27
We hebben vrijdag vroeg afgemeerd
wegens die ellendige storm.
1:00:32
Het is nu zondag. Waarom heb je
niet gezegd dat ie weg was?
1:00:35
- Ik ben hier sindsdien niet meer geweest.
- McKillop.
1:00:38
Kan die boot de storm doorstaan hebben?
1:00:42
Nee. Waarom denk je
dat ik 'm hier heb achtergelaten?
1:00:45
Als hij op die boot zat,
waar is hij nu dan?
1:00:47
- Op de zeebodem.
- Opgeruimd staat netjes.
1:00:51
- Dan is hij verdronken.
- Eerst zien en dan geloven.
1:00:59
Goedemorgen.
1:01:02
Er is nog koffie. Zwart of met melk?
1:01:04
Lk zal je ontbijt even pakken.
1:01:06
- Ik wacht wel tot het middageten.
- Dan eten we schapenvlees.
1:01:11
Volgens David
worden we straks nog schapen.
1:01:14
- Waar is hij?
- Hij en Jo zitten bij de schapen.
1:01:27
Goeiemorgen, Lucy.
1:01:30
- Goeiemorgen.
- Je hebt toch geen hekel aan me, hê?
1:01:34
- Hoe kom je daar nou bij?
- Het zou kunnen.
1:01:40
Het mag en zal niet meer gebeuren.
1:01:46
Heb je er spijt van?
1:01:58
Kom, we gaan wandelen.