1:04:03
Ik ga maar eens terug.
1:04:17
Hopelijk heeft Lucy
u niet te lang laten opblijven.
1:04:21
Nee, hoor.
1:04:24
Ik ga bij Tom langs om te kijken
of hij de zendantenne heeft gerepareerd.
1:04:28
- Hebt u zin om mee te gaan?
- Ja, als ik kan helpen. Ik haal m'n jas.
1:04:32
- Ik wacht in de vrachtwagen.
- Mag ik ook mee?
1:04:35
Blijf maar bij mama.
Je bent vandaag al op stap geweest.
1:04:38
Wij gaan straks wel, schat.
Ga gedag zeggen.
1:04:52
Papa, waarom mag ik niet mee?
1:04:55
Lk denk dat hij het weet.
1:04:59
- Hoe kan dat nou?
- Ik voel het gewoon.
1:05:02
Voel je je schuldig?
1:05:04
Dat is niet nodig.
1:05:32
M'n vrouw heeft me verteld
dat u schrijver bent.
1:05:36
- Verkoopt u goed?
- Dit is m'n eerste boek.
1:05:39
- Waarom zit u niet in 't leger?
- Ik heb in 't leger gezeten.
1:05:42
Ik raakte gewond.
1:05:46
Ik ook.
1:05:51
- Bent u getrouwd?
- Nee.
1:05:54
Heel verstandig.
1:05:57
Was ik maar zo vrij.