1:20:10
De sleutels zijn hier.
1:20:14
Waar ga je heen?
1:20:18
Lk ga David ophalen.
1:20:20
Hij moet echt wat minder gaan drinken.
1:20:23
Laat toch zitten. Hij wil dat ik 'm
pas voor 't eten kom ophalen.
1:20:27
Laten we gaan picknicken.
Zullen we broodjes smeren?
1:20:30
We zijn eens gaan picknicken bij de baai.
1:20:35
- Zou je dat leuk vinden?
- Enig.
1:20:39
Ik hou echt van je.
1:21:05
"Lk ga naar het huis van de Dood,"
zei de zwaluw.
1:21:10
"De Dood is toch de broer van de Slaap?"
1:21:13
Hij kuste de gelukkige prins
en viel dood aan z'n voeten.
1:21:18
Het standbeeld maakte
een vreemd geluid.
1:21:22
Het klonk alsof er iets brak.
1:21:25
Het hart van lood
was in tweeën gebroken.
1:21:31
"Wat vreemd,"
zei de opzichter van de gieterij.
1:21:35
"Dat hart wil maar niet smelten."
1:21:38
Ze gooiden het op de berg afval
naast de dode zwaluw.
1:21:43
"Breng me de twee waardevolste dingen
in de stad," zei God.
1:21:47
De engel bracht Hem
het hart van lood en de dode vogel.
1:21:52
God zei: "Je hebt
de juiste keuze gemaakt,
1:21:55
want in het paradijs
zal deze vogel eeuwig fluiten