:10:04
De volgende keer maak ik je af.
:10:06
Heb je me gehoord?
Je gaat eraan. Ga daarheen.
:10:10
Lopen.
:10:15
Schiet op.
:10:20
Allemaal handen omhoog.
We gaan naar het bureau. Schiet op.
:10:27
Kom mee, knul.
:10:38
Ik ga koffie halen. Wil jij ook?
:10:40
Feestje gisteravond.
Het is nogal laat geworden.
:10:44
- Hoe zit ie?
- Goed. Ziet er mooi uit.
:10:51
- Laat de dame erlangs.
- Rustig maar.
:10:58
Hier hebben we geen tijd voor.
:11:01
- Waarom wil je per se nu naar haar toe?
- Tien minuutjes maar.
:11:05
- Ik wil haar nu zien.
- Pardon, mevrouw.
:11:09
- Ik wil gewoon even aanwippen.
- Blijf je niet te lang weg?
:11:13
- Tien minuten.
- Schiet op dan.
:11:15
En zet die pet af.
:11:18
Gaat u maar voor.
:11:36
Irene, die plooi in de rok
was een fantastisch idee.
:11:41
Over een paar dagen
krijgen we een belangrijke klant.
:11:45
Het is goed voor je carrière
als je met hem uit eten gaat.
:11:55
Denk er 's over na.