1:04:01
Zij misbruikten mensen seksueel
1:04:04
en maakten ze zwanger.
1:04:08
- Zouden ze bestaan hebben?
- Ik ben niet achterlijk.
1:04:10
Dat zeg ik niet. Maar waarom
denkje dat mensen ze zagen?
1:04:14
Waarom zagen ze ze? Raad eens.
1:04:17
Weetje waarom?
Als excuus voor het kwaad.
1:04:21
- Dat geldt niet voor mij.
- Dus wel.
1:04:24
- Helemaal niet.
- Dat is de reden.
1:04:27
Het heeft alles metjou te maken.
1:04:29
Die demonen bestonden niet echt,
maar de mensen zagen ze wel.
1:04:35
Stel dat 'n keurige man verlangt
naar de vrouw van de buurman.
1:04:42
Hij weet dat het verkeerd is, maar het
verlangen wordt steeds sterker.
1:04:47
Verlangen is 'n sterk gevoel.
Dus wat doet ie?
1:04:51
Hij bedenkt een monster.
Een slecht, lelijk monster,
1:04:55
dat het beeld vormt van zijn verlangen.
1:04:58
- Ik hoef niks te verzinnen.
- Carla, je hebt er alle reden toe.
1:05:03
Je was bang voorje vader,
je raakte zwanger op je zestiende.
1:05:07
- Hou je kop.
- Een junk pleegde zelfmoord.
1:05:10
- Hou op.
- De tweede lietje zitten.
1:05:13
Doe je best, Carla.
1:05:15
- Wat was bij jullie het kwaad?
- Van alles.
1:05:18
We kennen je familie nu wel.
Als kind wistje het al.
1:05:22
- Seks, ze waren bang voor seks.
- Juist.
1:05:25
Ze waren bang voor seks. Laten we
nu even onze verbeelding gebruiken.
1:05:29
We gaan alles op een rij zetten.
Jouw monster is een symbool.
1:05:33
- Waarvan?
- Dat weet ik niet.
1:05:36
- Een persoon, een angst...
- Ik verstop me nergens voor.
1:05:42
Carla, laten we het nog even
over die bezoeker hebben.
1:05:45
- Ik ben het zat.
- Wat weten we van hem?
1:05:48
In jouw woorden.
Wat weten we?
1:05:51
Hij is dus groot en sterk.
Hij is angstaanjagend sterk.
1:05:55
Ongelofelijk sterk.
1:05:57
Waarom heeft ie dan die twee hulpjes
nodig? Die twee kleintjes?