1:16:08
Hij is dood.
1:16:13
Hij kan me niet meer raken.
Niet als jullie er zijn.
1:16:19
Dank U wel, God.
Dank U wel.
1:16:24
- Hebben jullie 't gezien?
- Ik geloof van wel.
1:16:27
Dankjullie wel.
1:16:30
- Ik ga de kinderen halen.
- We moeten 'n ion-detector hebben.
1:16:33
Wakker worden, allemaal.
Het is schitterend weer.
1:16:37
Schitterend weer. Kom hier.
1:16:41
Is het geen mooie dag?
ls 't geen mooie dag?
1:16:48
Heb je de bedrading bekeken?
Het kan kortsluiting geweest zijn.
1:16:53
Ze sprak ertegen alsof het echt was.
Alsof het iets levends was.
1:16:57
- Misschien hallucineerde ze.
- Hoe maakje daar 'n foto van?
1:17:02
Het lijkt op een elektrische ontlading.
1:17:06
En die vertakking dan?
1:17:08
Is het het hoofd?
ls het een schouder?
1:17:13
Deze foto vormt wel
een zeker bewijs, Dr Cooley.
1:17:17
Ik weet het niet.
1:17:20
Het kan heel lang duren
voordatje iets tastbaars hebt.
1:17:25
Je moet alle alternatieven nagaan.
1:17:28
En die stank? Dat getril?
Typische plaaggeest activiteiten.
1:17:32
Of een dooie kat en een lichte beving.
1:17:37
Ik weet niet watje ontdekt hebt,
maarje speelt wel met vuur.
1:17:43
Begin maar met het traditionele werk.
1:17:47
We hebben meer spullen nodig.
1:17:50
Misschien krijg je mijn fiat wel.
1:17:55
- Liep ze ook bij een psychiater?
- Ja.
1:17:58
- Ik wil weten wat de diagnose was.
- Ze zag iemand.