1:34:00
Ze verlangt naarjullie.
1:34:02
Eerste gang rechts,
eerste kamer rechts.
1:34:06
En niet te lang.
1:34:11
Jerry, alles komt weer goed.
Ze heeft 'n hersenschudding.
1:34:16
Godzijdank, dokter. Godzijdank.
1:34:19
Ga maar naar haar toe.
Ze wil je graag zien.
1:34:24
O nee, dokter.
Dat kan niet.
1:34:28
- Dat kan ik niet aan.
- Hoezo niet? Ze heeftje nodig.
1:34:33
Ik hield van haar.
1:34:36
Ik wilde met haar trouwen.
1:34:39
- Ik kan alles aan. Ziektes, kanker...
- Dit is een ziekte, Jerry.
1:34:44
- Niet waar zij last van heeft.
- Het is een ziekte.
1:34:47
Het zit in haar hoofd.
Er was helemaal niemand.
1:34:51
- Er was niemand.
- Er was wel iemand.
1:34:54
Echt waar.
1:34:57
Ik zag hem niet met mijn ogen,
maar er was wel iemand.
1:35:02
Alsof iemand op haar drukte.
1:35:05
Haar borsten werden aangeraakt.
1:35:10
Ik zag haar borsten indeuken,
maar ik zag geen vingers.
1:35:17
- Het spijt me.
- Geeft niks.
1:35:22
- Hé, wat doen jullie hier?
- We gaan op bezoek.
1:35:28
- Ik moet gaan.
- Nee.
1:35:31
- Jerry, ze heeftje nu nodig.
- Laat maar. Ik moet echt weg.
1:35:38
- Kijk me aan.
- Bedankt voor het belletje.
1:35:41
- Kom.
- Nee, ik wil bij mama blijven.
1:35:43
We gaan.
1:35:45
Ik spreekje straks.
1:35:47
Alles komt goed.
1:35:50
- Ik kom weer terug.
- We hadden nooit weg moeten gaan.
1:35:54
Misschien is dit geen goed moment,
maar we waren bang voor u.