:26:03
Als hij het jou of ons lastig maakt,
los jij het op.
:26:07
Met wie werk jij samen?
- Dat hoef je niet te weten.
:26:11
Wat zeg je ervan?
- Ik weet het niet.
:26:14
Hoe bedoel je?
- Ik wil me liever niet vastleggen.
:26:20
Stel dat ik met pensioen wil.
- Wat ga je dan doen?
:26:23
Kippen houden, TV kijken.
Dat doet er niet toe.
:26:27
Ik weet het goed gemaakt.
We doen drie klussen op proef.
:26:31
Daarna beslis je of je door wilt gaan
of ermee wilt kappen.
:26:36
Dat moet kunnen.
We zijn allemaal volwassen.
:26:40
Bel me maar.
We kunnen samen veel bereiken.
:26:44
Goed. Je hoort nog van me.