Thief
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:36:05
Hij heeft 't tegen jou. Geef antwoord.
1:36:12
Het is een val.
1:36:45
Kijk nou.
1:36:49
Moet je hem daar nou zien liggen.
1:36:52
Je vriend is dood
omdat jij zo tegendraads bent.

1:37:00
Na alles wat ik voor je heb gedaan,
doe jij zo.

1:37:04
Wat bezielt je in godsnaam?
1:37:08
Je komt gewapend m'n huis binnen.
1:37:13
De gevangenis heeft je hard gemaakt.
1:37:17
Jou kunnen ze niks maken.
1:37:20
Maar daar trap ik niet in,
want zo is het allang niet meer.

1:37:24
Of had je dat zelf nog niet door?
1:37:27
Je hebt een huis, een auto,
je bedrijven, een gezin.

1:37:31
Ik heb je in m'n macht.
1:37:37
Dat vrouwtje van je
verander ik zo in een straathoertje.

1:37:43
Je kind is gekocht met mijn geld.
1:37:47
Die heb je maar te leen.
Je huurt hem, meer niet.

1:37:52
Ik maak ze allebei van kant.
1:37:55
Ik maak worst van ze.
Niemand die me dat belet.


vorige.
volgende.