:09:25
Waar zijn we ?
- Ik weet het niet.
:09:28
Kijk dan op de kaart.
- Het staat niet op de kaart.
:09:33
Komt hij achter ons aan ?
- Ik denk dat we hem hebben afgeschud.
:09:41
Hij is het
Rennen
:09:44
Welke kant op ?
- Hierheen, voorzichtig.
:10:01
We kunnen alles uitleggen, meneer.
:10:04
Het is niet zo slecht
als het eruit ziet.
:10:08
We hebben de kaart
alleen geleend.
:10:12
We raakten er een beetje
overenthousiast over en éh...
:10:16
zijn weggerend in
hogere sferen.
:10:19
Ja, dat was het.
:10:22
Wie zijn jullie ?
:10:25
Dat is hem niet
:10:26
Het klonk niet als hem,
is het wel ?
:10:29
Hij lijkt er niet
eens op.
:10:33
Hij is het niet.
- We grijpen hem.
:10:46
Strutter, pak zijn toorts.
Schijn ermee in zijn gezicht.
:10:50
Zijn gezicht, oen.
:10:54
Het is een kind.
:10:56
Og, Fidgit,
controleer de deur.