:31:00
Niet van waar ik zit.
:31:03
Luister, Elaine, hou op met je
'van waar ik zit'-gezeik.
:31:06
't Is vast een menselijke fout.
:31:08
Kapitein, we hebben hier een
computerfout, denk ik.
:31:11
- Oh.
- Wat stelt u voor, Kapitein ?
:31:14
Laat de computer 't nog 's nalopen.
:31:16
- Dat heb ik al gedaan.
- Goed.
:31:18
Zal ik voor de zekerheid
de achterste databanken controleren ?
:31:22
- Nee. Controleer de achterste maar.
- Goed, meneer.
:31:33
U zou die koffer in het compartiment
boven uw hoofd moeten plaatsen.
:31:37
- Ik hou 't bij me.
- Ik kan u wel helpen.
:31:41
Ik hou 't bij me, zei ik.
:31:55
- Alsjeblieft, Ted.
- Luister, Elaine...
:31:57
- Dit gaat niet.
- We moeten terug.
:32:00
Ik begrijp 't. We hadden iets
speciaals, maar 't is voorbij.
:32:03
- We kunnen niet terug.
- De shuttle moet terug.
:32:06
De bedrading kan 't
elke moment begeven.
:32:08
Het probleem zit weer 's in je hoofd.
:32:11
- Dus je denkt dat ik gek ben.
- Dat woord gebruik ik nooit.
:32:15
- Welk woord gebruik je dan ?
- Het woord is ziek, Ted.
:32:19
Tot ziens.
:32:23
De oververhitting
begint erger te worden.
:32:26
Ik kan maar beter even gaan kijken.
:32:29
- Ik heb liever dat je 't naloopt.
- Goed...
:32:32
Er staat daar ook noodbrandstof.
:32:34
Ga jij ook maar. Ik vlieg wel.
:32:37
- Wees voorzichtig.
- Ja, meneer.
:32:42
Vind u 't erg als Jimmy
even komt kijken, kapitein ?
:32:45
Tuurlijk niet, Mary.
Kom binnen, Jimmy. Hoi.
:32:50
Veel te gekke spullen hier.
:32:53
Het zenuwcentrum van het schip.
:32:56
Wat een lief hondje.
Hoe heet ie ?
:32:59
Scraps.