1:05:05
Ik snap 't niet.
1:05:07
Dat wil ik ook niet. Ik haat 't.
1:05:13
Nee, onmogelijk. Het is voorbij.
Tot ziens, studie economie.
1:05:18
Hier, kijk.
1:05:20
Als het gebied on...
1:05:24
Als het gebied F onder de kromme lijn
keer de hoeveelheid X
1:05:27
wordt beperkt door verticale lijnen
X = A en X = B, wat heb je dan nodig ?
1:05:32
Een geweer. Het is hopeloos.
1:05:35
Kom naar Roscoe als 't donker is.
1:05:37
Over drie uur. Ik moet klaar zijn.
1:05:39
Ik hoorde alleen dat ie 't
over een onderzoek had.
1:05:43
- Wat voor onderzoek ?
- Weet ik niet. Dat zeg ik net.
1:05:52
vijf, zes, zeven, acht.
1:05:55
Jonathon, telefoon.
1:06:07
- Hoe gaat 't ?
- Dat meen je niet.
1:06:09
- Je bent zomaar weggegaan.
- Je hebt me weggestuurd.
1:06:13
O ja ?
1:06:16
- Speel geen spelletjes met me.
- Ik moet je zien.
1:06:20
Ik kan niet praten, ik moet weg.
1:06:24
- Pas goed op jezelf.
- Ja, jij ook.
1:06:28
- Laten we hem gewoon afmaken.
- Kon dat maar.
1:06:32
Wie was dat ?
1:06:36
Aan de telefoon.
1:06:39
M'n moeder. De hond is dood.
1:06:42
Wat rot.
1:06:44
- Hoe ziet die vent eruit ?
- Hij ziet er net als Hitler uit.
1:06:47
Met 'n snorretje en priemende
oogjes. Hij kijkt door je heen.
1:06:51
Hij heeft in vijf minuten geen
een keer met z'n ogen geknipperd.
1:06:56
Hij staart dwars door je heen.