1:32:08
Pas op, paardje.
1:32:20
Probeer me niet af te bluffen, jij.
1:32:37
Tuut, tuut.
- Ga toch uit de weg.
1:32:59
Opschieten.
- Ik schiet al op.
1:33:06
Ik zie niks.
- Doe het licht dan aan.
1:33:09
Waar zit de schakelaar ?
- Waar zit die meestal ?
1:33:13
Ik kijk wel even bij de deur. Het is
pikkedonker. Zo, dat is al beter.
1:33:21
Leuke jukebox.
- Heb ik het je niet gezegd ?
1:33:26
Dit is de ultieme computer.
1:33:35
Hij kan duizend dingen die
een normale computer niet kan.
1:33:39
Laten we hem eens testen.
- We moeten op Gus wachten.
1:33:43
Die onnozelaar ?
- Alleen hij kan hem bedienen.
1:33:46
Dat zou hij willen. Ik weet er meer
van dan een computeringenieur.
1:33:51
Je dacht toch niet dat ik dat ventje
deze toko zou gaan laten runnen.
1:33:56
Arbeiders maken altijd zo'n rotzooi.
- Kom op, het is showtime.