To Be or Not to Be
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:14:10
Hij wordt beneden vastgehouden. Hij
wordt morgen op transport gesteld.

1:14:15
Wat betekent dat?
- Dat u een andere hulp moet zoeken.

1:14:28
Vermoord?
1:14:31
Weet je zeker dat hij het is?
1:14:34
Is hij geïdentificeerd?
1:14:38
Dit is afschuwelijk. Afschuwelijk.
1:14:42
Gaat u even zitten, Mrs Bronski.
Ik heb erg slecht nieuws voor u.

1:14:49
Uw vriend, onze vriend,
professor SiIetski is vermoord.

1:14:54
Z'n lichaam is gevonden
in een hutkoffer.

1:14:58
Nu hebt u vanavond vrij.
1:15:01
Ik ben eigenlijk nog erg overstuur.
- Natuurlijk.

1:15:08
Een noodgeval, professor SiIetski
is aan de telefoon.

1:15:12
Mooi zo.
1:15:14
Wat? Professor SiIetski?
1:15:20
Heb je niet gezegd dat hij dood was?
- Mooi zo.

1:15:27
Hallo, professor SiIetski.
Ik ben blij dat ik uw stem hoor.

1:15:31
Hoe voelt u zich?
- Leeft hij nog?

1:15:36
Nee, hij is nog steeds dood.
Dit is een bedrieger.

1:15:40
Ik kan u over 20 minuten ontvangen.
1:15:43
Komt dat gelegen?
1:15:46
Prima, dan verwachten we u.
1:15:51
Ik moet gaan, ik heb
nog zoveel te doen.

1:15:57
Het spijt me ontzettend.
- Tot vanavond.


vorige.
volgende.