To Be or Not to Be
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:34:12
Kom nou, liefje. Kom, dan.
Spring maar.

1:34:19
Toe dan, alsjeblieft. Spring dan,
Mutki. Spring dan.

1:34:38
Alles goed? Kan hij vliegen?
- Ja, dat kompas hebben we niet nodig.

1:34:50
Wegrijden. We moeten
de luchtmacht bellen.

1:34:54
Wat is er?
- We vliegen tegen die telefoonkabels.

1:34:59
Iedereen snel naar achteren.
1:35:11
Verbind me direct met de luchtmacht.
1:35:19
Shit.
1:35:21
We zijn op weg.
1:35:34
Wat gebeurt er?
- Geen brandstof. We moeten landen.

1:35:38
Ik kan het niet zien. Is dat Engeland?
- Misschien, maar ik heb geen kompas.

1:35:45
We zullen het gauw weten.
- Is er iets?

1:35:48
De brandstof is op. We gaan landen.
- Wat is er?

1:35:52
De brandstof is op. We gaan landen.
Iedereen moet zich schrap zetten.

1:35:59
Waar zijn we?
- Dat weten we niet precies.


vorige.
volgende.