:06:02
God hebbe haar ziel.
:06:04
Ze heeft veel van me gehouden, voor
mij was niets haar te veel.
:06:08
Daarom neem ik ook dit tapijt.
:06:18
En blijfjij maar hier wonen
en waarzeggen.
:06:23
Is dit werkelijk alles wat ze heeft?
:06:28
Ga maar waarzeggen, bedrieg 't volk
maar.
:06:32
De mensen houden ervan bedrogen
te worden.
:06:35
De waarheid steekt, maar de leugen
nemen ze blij aan.
:06:42
Maar 't tapijt neem ik mee.
:06:57
Ach, ongelukkige!
:07:01
Waarom moetje zo lijden?
:07:05
We hadden 'r bijna laten vallen.
:07:08
Ledereen heeft ze gastvrij onthaald!
:07:10
Wat 'n verdriet voor ons!
:07:15
We hebben 't deksel van de kist
vergeten.
:07:18
Ach, ongelukkige!
:07:31
We hebben zo'n lange weg afgelegd
en blijkbaar voor niets.
:07:34
Ze is niet onder de levenden.
:07:36
We hebben iets gekregen.
'N Mand appels en 'n kalkoen.
:07:41
God is genadig; misschien wil je
voor ons wat waarzeggen?
:07:46
Jullie komen uit Soerami.
:07:49
De naam van de man is Doermisjchan.
:07:52
O God! Je kracht is groot.
:07:55
Je bent zwanger. Sta 'ns op.