:26:01
lk ben niet bij het leger.
:26:03
U mag
met u¨w voornaam beginnen.
:26:07
lk ben Hannah.
:26:09
Eet hij dat?
:26:11
Walgelijk, hè? Da's het enige
¨wat ik hem mag geven.
:26:14
Moet u hem voedsel geven?
:26:17
Kan hij dat zelf niet?
:26:18
lk ¨weet het niet.
:26:20
Hij doet het niet.
:26:22
En hij ¨wil het niet
van de oppassers.
:26:24
Mij laat hij het ¨wel doen.
:26:26
Dan zal ik voortaan ook z¨wijgen.
:26:30
lk mag u¨w vriend.
:26:32
Maar ik had liever
dat hij dit niet deed.
:26:37
Luister, ik ga nu ¨weg.
:26:39
U mag blijven.
:26:41
Laat maar.
lk moet er hier even uit.
:26:44
Wacht, ik doe open.
:27:08
Hallo, ik kijk even naar uw rug.
:27:17
Zeg me ¨waar het pijn doet.
:27:37
Mijn vriend brak zijn been.
:27:40
Misschien ook zijn rug.
:27:42
lk hoop van niet,
¨want daarvan ¨word je gek.
:27:46
Hij is een beetje gek.
Hij denkt dat hij kan vliegen.
:27:50
Hij denkt dat hij een vogel is.