:55:03
Wie is dat ?
:55:07
Mijn oom.
:55:29
Die. Met slagroom.
- Die van vijf cent ?
:55:33
Ja.
:55:35
Voor die van twee cent trekt ze je
alleen maar af. Dat kan ik zelf ook.
:55:41
Niet die !
:55:42
Die.
:55:45
Zeker weten ?
:55:47
Pak het mooi in.
:56:29
Goedemorgen. Is Peggy thuis ?
:56:32
Ze neemt een bad.
:56:34
Mooi.
Wil je haar zeggen dat ik er ben ?
:56:37
Hé, ma. Nog een emmer water.
:56:42
Wacht.