1:03:01
Oké ! Hij is gevallen !
1:03:04
Goed gespeeld !
1:03:14
Is alles goed ?
1:03:19
Wat harder op de grond, hé ?
1:03:22
- Ja !
- Kom op, ouwe man.
1:03:24
O God, kom erbij zitten !
1:03:31
Hoe oud is je vrouw ?
1:03:34
Hoe oud is je vrouw ?
1:03:36
Tachtig !
1:03:38
- Wat is ze voor iemand ?
- Oud, net als ik.
1:03:42
Wat is ze echt voor iemand ?
1:03:45
Pittig, net als jij !
1:03:52
Waar heb je haar ontmoet ?
1:03:54
Wil je dit echt allemaal weten ?
1:03:56
Ja.
1:03:58
Ik ontmoette haar in
een kast op een feest.
1:04:01
Ik kon haar eerst niet uitstaan,
maar toen de vonk eenmaal oversloeg,
1:04:06
hield ik zoveel van haar dat 't pijn deed.
1:04:10
Hou je nog steeds zoveel van haar ?
1:04:15
- Spelen jullie mee of niet ?
- Nee !
1:04:19
Al goed.
1:04:26
Ze hebben hun kinderen meegenomen.
1:04:28
Ze hadden niet genoeg eten
om ze door de winter heen te helpen.
1:04:31
Ze willen ze aan jou geven, Jed.
1:04:34
Dit is genoeg, meneer Mason.
Ik wil er niet meer.
1:04:38
Je bent 'n leider nu. Ze hebben
over je gehoord aan de andere kant.
1:04:42
Misschien zelfs helemaal in Californië.
1:04:45
Sommigen zeggen dat ze speciale
troepen sturen om je in de lente te helpen.
1:04:53
Groene baretten.
1:04:59
De lente is nog ver weg.