:32:09
Ik kom naar beneden.
:32:17
Ik ben klaar.
-Waarvoor?
:32:22
Dat was een klein sprongetje.
Waarom niet de standaardprocedure?
:32:27
De volgende keer misschien.
:32:31
Waar stijgen we op?
-Vanaf een zoutpan, 5 km verderop.
:32:34
Hoeveel straten zijn dat?
:32:45
Hou de zon boven je rechterschouder.
Blijf uit de buurt van lage takken.
:32:56
Die neushoorn.
-Dat mannetje is ongevaarlijk.
:33:00
Waarom klim je altijd in bomen?
-Ik ben geen zoöloog.
:33:04
Hoe moet ik het verschil zien?
:33:06
Het neuswiel is bijna afgebroken.
Laat dat touw wat vieren.
:33:22
Je sprong maar 1 24 cm de lucht in.
-Deze beesten zijn gevaarlijk.
:33:27
Wel erg klein.
:33:28
Als hij bijt, laat het niet meer los.
-Hij is wel schattig.
:33:40
Lekke band.
-Wat doe ik hiermee?
:33:42
Gooi het weg.
-Dan komt het gewoon weer terug.
:33:49
Kun je de band verwisselen?
-Kun je m'n schoen uittrekken?
:33:53
Met die schoen heb ik op hem getrapt.
Hij kan zich wreken op de schoen.