:49:04
Vooruit, lopen.
-Welke kant op?
:49:09
Weet je waarom er achterop
een kompas een spiegel zit?
:49:14
Waarom is dat dan?
-Dan zie je wie verdwaald is.
:49:18
We gaan naar het noordwesten.
Die kant op: Lopen.
:50:12
Hoe ver ben je in godsnaam gevlogen?
:50:16
Hoe kan ik je nu vinden?