1:07:03
En je perskaart?
- Alles.
1:07:06
We vinden wel een rolletje.
Er ligt hier vast wel wat.
1:07:10
Polaroid, wat dan ook.
Maakt niet uit.
1:07:14
En dan maak ik een foto van je.
We vinden wel wat.
1:07:20
Heeft u 'n fototoestel?
Zit er een rolletje in?
1:07:24
Ik heb metronidazole nodig.
Dit kind heeft dysenterie.
1:07:31
We hebben sulfide en een of ander
krachtig fixatief nodig.
1:07:37
Ik weet hoe we aan water komen.
We tappen de airco-installatie af.
1:07:49
Pardon. Bent u Mr Schanberg?
1:07:53
Ik heb gehoord
dat u het beddengoed uitdeelt.
1:07:59
Dekens. We zijn net aangekomen.
We willen dekens.
1:08:04
Daarheen.
Loop maar naar het einde van de gang.
1:08:09
Daar moet u rechtsaf en dan de trap op.
Als het goed is, liggen ze daar.
1:08:16
Ik heb een fototoestel,
lk heb een rolletje.
1:08:20
En ik heb een donkere kamer.
1:08:29
Niet lachen.
1:08:33
Je lacht.
- Ernstig kijken. Je lacht. Niet doen.
1:08:37
Je moet ernstig kijken.
Op z'n Amerikaans.
1:08:53
Gelukt?
- Ja, schijn maar bij.
1:08:57
Schijn daar maar op.