:23:06
-Wat? Is hij heet?
-Hij is koud. IJskoud.
:23:12
Einstein, kleine duivel!
:23:17
Einsteins klok loopt precies één minuut achter
en hij loopt nog!
:23:24
-Hij is in orde.
-Hij is oké.
:23:25
Hij weet absoluut niet dat er iets gebeurde.
:23:28
Wat hem betreft, vond die reis niet plaats.
:23:30
Daarom loopt zijn klok precies één minuut achter.
:23:33
Hij sloeg die minuut over
en kwam meteen op tijd op dit moment aan.
:23:37
Ik zal je laten zien hoe het werkt.
:23:40
Eerst zet je de tijdcircuits aan.
:23:44
26 OKT 1985 1.21 UUR
26 OKT 1985 1.22 UUR
:23:47
Daar staat waar je heen gaat,
daar waar je bent en daar waar je was.
:23:51
Je toetst je bestemmingstijd hier in.
:23:53
Stel, je wilt het ondertekenen
van de Onafhankelijkheidsverklaring zien.
:23:57
4 JULI 1776
:23:59
Of de geboorte van Christus.
:24:01
25 DEC 0000
:24:04
Dit is een belangrijke datum voor de wetenschap.
:24:06
5 november 1955.
:24:13
Ja, natuurlijk.
:24:14
5 november 1955.
:24:18
Wat gebeurde er toen?
:24:20
Op die dag vond ik het tijdreizen uit.
:24:23
Ik zie het nog voor me.
:24:25
Ik hing op het toilet een klok op.
:24:27
De wc was nat. Ik gleed uit en stootte mijn hoofd.
:24:29
Toen ik bijkwam, had ik 'n openbaring.
:24:31
Een visioen. Een beeld in mijn hoofd.
Een beeld hiervan.
:24:35
Hierdoor is tijdreizen mogelijk.
:24:38
De snelheidscondensator.
:24:40
De snelheidscondensator?
:24:42
Het heeft me bijna 30 jaar en mijn vermogen
gekost om dat visioen te verwezenlijken.
:24:46
Mijn god, is het zo lang geleden?
:24:49
Alles is hier wel veranderd.
:24:53
Ik weet nog dat je hier alleen maar akkers zag.
:24:58
Dit was allemaal van de oude Peabody.