Back to the Future
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:48:09
-Zullen we een ritje maken, meneer?
-Jennifer!

:48:13
Wat ben ik blij je te zien.
:48:15
Laat me je eens bekijken.
:48:17
Marty, je doet net of je me al een week niet ziet.
:48:20
Dat is ook zo.
:48:22
Alles goed?
:48:24
Is alles in orde?
:48:32
Alles is geweldig.
:48:49
Je moet met me mee terug!
:48:52
-Waarheen?
-Terug naar de toekomst.

:48:59
Wat doe je, Doc?
:49:02
Ik heb benzine nodig.
:49:06
Vooruit. Snel! Stap in.
:49:08
Nee. Ik ben hier net. Jennifer is hier.
We gaan met de nieuwe pick.up rijden.

:49:13
Neem haar dan mee. Dit gaat haar ook aan.
:49:16
Waar heb je het over?
Wat gebeurt er met ons in de toekomst?

:49:19
-Worden we idioten of zo?
-Nee, Marty.

:49:22
Met Jennifer en jou gaat het goed.
Het gaat om jullie kinderen.

:49:25
Er moet iets aan jullie kinderen gedaan worden.
:49:34
Rijd verder achteruit.
De straat is te kort om 140 te halen.

:49:37
Straten? Waar we heen gaan,
hebben we geen straten nodig.


vorige.
volgende.