:23:10
Dat huis moet van iemand zijn.
Ik zie rook.
:23:15
Wilt u niet doorrijden ? Het is nog licht.
- Hou je mond, We blijven hier vannacht.
:23:41
Geef me de bijl.
- Goedemiddag, meneer. Mevrouw.
:23:46
M'n wapenbroeder en ik
zoeken een slaapplaats.
:23:51
We hebben geen ruimte.
- We betalen u ervoor.
:23:57
Wij hebben begrip
voor de minder bedeelden.
:24:07
U kunt in de schuur slapen.