:41:00
De excellentie. De bisschop van Aquila.
- De bisschop. Juist ja.
:41:14
Dan hebt u nog genoeg te doen.
Ik zal u niet langer tot last zijn.
:41:21
Ik hoop u ooit weer te zien.
- Je moet me de stad in zien te krijgen.
:41:27
Nog niet voor m'n moeders leven,
al ken ik die niet.
:41:32
Jij bent er als enige uit ontsnapt.
- Dat was puur toeval. Een wonder.
:41:40
Ik viel in een gat
en ik ging m'n neus achterna.
:41:47
Ik heb bijna twee jaar gewacht
op een teken van God.
:41:53
Dus toen ik de noodklokken van Aquila
hoorde, wist ik dat het zover was.
:42:00
Jij zult m'n leidende engel zijn.
- Ik ?
:42:07
Ik praat vaak met God. Het spijt me,
maar Hij heeft het nooit over u gehad.
:42:16
Uw leven wordt beheerst door duistere
machten. Magische krachten rondom u.
:42:23
Ik begrijp ze niet,
maar ze maken me bang.
:42:28
U hebt m'n leven gered, maar ik kan
daar niets tegenover stellen.
:42:34
Ik heb geen eer
en die zal ik ook nooit krijgen.
:42:38
Zo ben ik nu eenmaal.
Dat is geen reden om me te doden.
:42:45
Maar dat is nog altijd beter
dan teruggaan naar Aquila.