:28:04
Kom even naar buiten.
:28:23
Hij en zijn mannen...
:28:26
...schoten op hem.
:28:28
Steeds maar weer.
:28:31
De kogels bleven hem steeds
maar weer raken.
:28:40
Dat was hij, nietwaar?
:28:42
De marshal voor wie je waarschuwde.
:28:47
Stockburn en z'n helpers.
:28:49
Hij zei dat de prediker moest komen.
:28:53
Waarom jij?
:28:56
Toen je ons waarschuwde,
klonk't alsof je'm kende.
:29:01
Spider vroeg je dat al.
:29:04
Is't waar?
:29:13
Jullie toonden moed die avond.
:29:16
Vormden een front.
:29:17
Dat moet zo blijven.
:29:19
Spider beging 'n fout. Hij ging alleen.
:29:24
Dus 'n gemakkelijke prooi.
:29:27
Samen kunnen jullie alle LaHoods
van de wereld verslaan.
:29:31
Wat er morgen ook gebeurt,
vergeet dat niet.
:29:36
Hij was dapper.
Geef'm een nette begrafenis.
:29:45
Ga je morgen naar't dorp?
:29:53
Hoe kon je dat zeggen.