:13:01
Ik weet dat zij 't was.
:13:02
Ze lijkt op mij en m'n papa.
:13:05
Ze lijkt meer op ons dan wijzelf.
:13:08
Ze kijkt of 'r wat dwars zit.
:13:11
Ze heeft mijn ogen, zoals ze nu zijn.
:13:14
Alsof ze alles ziet dat ik ook zie.
:13:30
Dat is mooi.
:13:32
Ik maak voor mij en haar 'n nieuwe jurk.
:13:35
Haar papa zal trots zijn.
:13:37
Wie is haar pappie ?
:13:39
Meneer Samuel.
:13:40
Meneer Samuel... wie is dat ?
:13:44
De dominee, Meneer Samuel.
:13:45
Wil je die stof niet ? Er zijn meer klanten.
:13:49
Ja, meneer. Ik wil vijf meter, meneer.
:13:54
Wil jij iets ?
:13:59
Hoelang heb je haar al ?
:14:02
Op de 15e is ze zeven maanden.
:14:07
Mag ik 'r vasthouden ?
:14:10
Als jij dat wilt.
:14:22
Ik denk dat ze van mij is.
:14:24
M'n hart zegt 't.
:14:26
Maar ik weet het niet zeker.
:14:29
Als ze mijn baby is, heet ze Olivia.
:14:32
Ik borduurde "Olivia" op al haar luiers.
:14:36
Ik borduurde er ook
bloemetjes en sterretjes op.
:14:40
Hij nam ook alle luiers toen mee.
:14:43
Hoe heet ze ?
:14:45
Pauline.
:14:48
Maar ik noem haar Olivia.