:12:43
	Je hoeft niet weg te gaan.
- Ja, dat moet ik wel.
:12:47
	Het was hemels maar ik moet naar
huis. Een eigenschap van me.
:12:55
	Ik zal het licht aandoen.
- Nee, dat hoeft niet.
:13:09
	Zal ik je naar huis brengen ?
- Nee, dank je.
:13:13
	Bedankt.
- Jij bedankt.
:13:27
	Wat doe je daar ?
- Ik heb een gozer in m'n kamer.
:13:33
	Dronken en leuk.
:13:35
	Hij is enorm.
:13:40
	Hij ligt op bed als een gestrande
walvis. Je moet het even zien.
:13:46
	Hij is lazerus.
:13:52
	Die krijgen we er nooit uit.