:29:03
	Je hoeft me niet te bedanken.
- Dank je.
:29:19
	Zit je in over de beschaving ?
- Nee, vanavond niet.
:29:24
	De ondergang is nabij.
- Ik woon in een goeie buurt.
:29:30
	Sorry dat je moest wachten.
:29:33
	De film begint zo.
:29:37
	Ga je mee ?
- Ja.
:29:44
	Ik ben zo klaar.
:29:56
	Gaan we morgen nog
naar die autotentoonstelling ?
:29:59
	Ik moet eerst Debbie bellen.
- Je ziet haar vaak, hé ?
:30:04
	Hoe vaak heb je deze week gebeld ?
- Twee keer.
:30:07
	Twee keer ? Je moet ze nooit meer
dan één keer per week bellen.
:30:16
	Als ie twee dagen niet gebeld heeft,
is er nog niets aan de hand.
:30:21
	Maar 3 dagen betekent vreemdgaan.
- Het is een vrij land.
:30:32
	Daar heb je dinges.
- Debbie.
:30:45
	We zitten even te praten.
:30:47
	Als ie drie dagen bij je slaapt,
kan ie de helft van de huur betalen.
:30:54
	Als ik dat doe, dan is het net
of ik wil dat ie bij me intrekt.