1:05:04
	Waar ga je heen ?
- Ik blijf hier niet langer.
1:05:08
	Nee, ik ga weg.
- Je woont hier.
1:05:10
	Wij wonen hier.
1:05:28
	Hij is het niet waard.
1:05:32
	Ik haat ze als ze zo zijn.
- Dat dominante gedoe ?
1:05:36
	Ik voel me een brandkraan
waar tegenaan gezeken is.
1:05:40
	Dat komt door z'n werk.
Hij verkoopt ook toiletpapier.
1:05:49
	Ik weet niet waar ik mee bezig ben.
1:05:54
	We zijn net kinderen die vader
en moedertje spelen.
1:05:59
	Hoe hoort het nou te zijn ?
- Het komt ook door de feestdagen.
1:06:06
	Nee, ik heb gezegd
dat ik van 'm hou.
1:06:11
	Als je zegt dat je van iemand houdt
krijg je meteen koppijn.
1:06:17
	Wat is er ?
- Ik wil je aan iemand voorstellen.
1:06:25
	Hallo. Sorry dat ik er zo uitzie.
- Ze had ruzie met haar vriend.
1:06:32
	Kerels kunnen zulke eikels zijn.
1:06:36
	Ga lekker slapen en morgen is alles
weer oké. Hij trekt wel bij.
1:06:42
	En zo niet,
dan kom je weer hier wonen.