1:29:09
Waar ga jij heen?
- Het is acht uur. Ik ga werken.
1:29:13
Hoe bedoel je?
1:29:15
De tent is dicht.
Wat moet je met hem?
1:29:17
Kaz? Hij gaat ook aan het werk.
1:29:20
Wil je je nog meer op de hals halen?
- Waar is je oom?
1:29:25
In de ramada inn.
Pannenkoeken eten.
1:29:29
Zeg hem
dat we een deal met ze hebben.
1:29:32
Morgenvroeg om half acht
hebben we 15.000 auto's.
1:29:36
Als hij een man van eer is...
1:29:38
houdt hij zich aan z'n woord
en geeft hij ze opslag.
1:29:43
Natuurlijk. Ik zal hem dat zeggen.
1:29:47
Nu.
1:29:53
M'n vrouw heeft een meisje.
1:29:57
Gefeliciteerd.
1:30:00
Nog 1000 auto's te gaan.
We rammen ze even in elkaar.
1:30:04
1000 auto's. Met z'n tweeën.
- We slaan de lunch over.
1:30:14
Het moet lukken.
1:30:16
Hier aan het eind van de lijn
zijn ze bijna klaar.
1:30:30
Wat doen ze nou?
- Ze zetten een auto in elkaar.
1:30:49
Het is gewoon een belediging
voor m'n intelligentie.
1:30:53
Kan dat dan?
- Echt, ik meen het.
1:30:57
Hij denkt dat we nu naar binnen
stormen om hem te helpen.