:20:12
- Kan ik u helpen?
- Nee, bedankt.
:20:14
- Lets voor het schoolbal?
- Ik kijk wat rond.
:20:18
Als u iets nodig hebt...
:20:42
- Dit is een vod.
- Het staat je goed.
:20:46
Ik zie eruit alsof ik
bovenop een bruidstaart sta.
:20:51
Ik heb de pest aan deze stof
en aan babyblauw.
:21:11
- Weet u waar hij is?
- Hij zei niet waar hij heen ging.
:21:16
Kunt u hem vragen me op te bellen?
:21:22
- Mag ik je nummer?
- Dat heeft hij.
:21:24
- Ik zal 'n briefje neerleggen.
- Dank u.
:21:32
Waar is ie, verdomme?
:21:38
Word nooit verliefd, Ace.
:21:41
Het is erg gecompliceerd.