:27:38
- Hoe gaat 't?
- Waarom heb je me niet opgebeld?
:27:41
Ik luisde erin voor dat stalgedoe.
De stalknecht heeft ons gezien.
:27:46
Ik heb drie keer
'n boodschap achtergelaten.
:27:50
Die heb ik niet gekregen.
Ze zijn zo slordig thuis.
:27:55
Ik heb vanmorgen op je gewacht.
:27:58
Op de parkeerplaats.
:28:02
Ik zag je.
Ik dacht dat jij mij ook zag.
:28:09
Hoe is 't met het bal, Blane?
:28:13
Ik heb 'n rotdag.
Kunnen we later praten?
:28:16
- Nee. Het bal?
- Na school.
:28:18
Nee. Het bal?
:28:21
Zeg het. Je moet het zelf zeggen.
:28:28
Zeg 't dan.
:28:33
Ik had vorige maand
al iemand gevraagd.
:28:35
Leugenaar. Vuile rotleugenaar.
:28:38
Je durft 't niet te zeggen.
:28:41
Zeg 't me.
:28:43
- Zeg 't me.
- Wat wil je horen?
:28:46
Je schaamt je voor me.
:28:49
Je schaamt je om me. Je bent bang
dat je klerevriendjes 't niet goedkeuren.
:28:54
Zeg me de waarheid.