Short Circuit
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:40:02
Nee, aan mijn kant. Hierheen. Vlug.
Rechts houden.

:40:11
Kijk uit.
:40:15
M'n keuken.
:40:23
Waar gaat ze nou heen?
-Vrouwen zijn onberekenbaar.

:40:29
Kijk uit.
:40:34
Fijn. Je wordt bedankt.
:40:36
Sorry.
:40:40
O nee. Stoppen, nu.
:40:44
Naar links,
anders gaan we eraan.

:40:47
Draaien.
:40:50
Vis. Zalm. Sushi.
:40:52
We rijden ons te pletter, Nummer 5.
:40:56
Demonteren?
-Ja. Helemaal kapot.

:40:59
Niet demonteren.
:41:08
Ontsnappen. Vluchten.
Verstoppen. Verbergen.

:41:12
Waar ben je bang voor?
:41:14
Nova Robotics. Demonteren. Dood.
Nummer 5 demonteren. Dood.

:41:20
Jij kunt niet doodgaan.
Je bent een apparaat.

:41:23
Ben je geen apparaat?
:41:26
Wel of geen apparaat?
:41:29
Wat 'ja'?
-Ja geen.

:41:32
Over defect gesproken.
-Geen defect, Stephanie.

:41:37
Nummer 5...
:41:40
leeft.
:41:43
Gewoon rechtdoor blijven gaan.
:41:47
We komen in de buurt.
-lk voel het.

:41:50
Daar heb je ze. Kijk, daar.
:41:55
Nova. Demonteren. Dood.
Nummer 5 demonteren. Dood.


vorige.
volgende.