:54:01
Heb je me gezien?
:54:06
Ik heb geld gewonnen.
-Je verloor geld.
:54:10
Deze stad kun je wel vergeten.
Spreek ik soms een vreemde taal?
:54:16
Je geeft me die keu,
maar ik mag hem niet gebruiken.
:54:21
Je bent hem niet waard.
:54:24
Ik ben hem niet waard?
Jij bent hem niet waard.
:54:30
Jij praat alleen maar tegen me aan.
:54:33
Heb je me zien spelen?
Ik ben een biljarter, verdomme.
:54:40
Ik ben een wild beest.
:54:44
Een wild beest.
:54:50
Stap in. Je doet als een meisje
dat in haar blouse is gegrepen.
:54:57
Dit wordt pijnlijk. Stap in.
-Jammer dan.
:55:02
Hoeveel won je van Moselle? 100?
:55:05
150.
:55:07
Ja, 150.
:55:09
Daar kun je nauwelijks
één schoen voor kopen.
:55:14
We hadden 5000 in gedachten.
:55:19
Stap in. Het is koud.
:55:30
Je hebt bereikt
dat ik tegen mezelf praat.
:55:35
Eén helft zegt: Dit is geweldig.
De andere: Het is het niet waard.
:55:41
Of ik leer het je niet goed,
of je luistert niet.
:55:45
Of je luistert wel,
maar je hoort niks.
:55:49
Dat voodoo-gedoe was komedie.
Je liet je ware ik zien.
:55:55
Je wilt bekend worden?
Vertrek maar met je zigeunermadam.