1:32:01
Jij moet er acht winnen, ik tien.
Ik zet 1200 in en jij 800.
1:32:08
Ik hoef er maar acht te winnen en
jij tien? Jij zet 1200 in en ik 800?
1:32:14
Dat klinkt redelijk, hè?
1:32:16
Hij won in Akron. Doe niet zo dom.
-Er was niks in Akron.
1:32:22
En wat heb ik dan gelezen?
-Verpest het nou niet.
1:32:26
Het zaakje bevalt me gewoon niet.
-Wat niet?
1:32:30
Verhoog jouw inzet. 300 dollar is
voor hem geen punt. 1500.
1:32:39
Oké. Ik zou het niet moeten doen,
maar vooruit. 1500 dus.
1:32:44
Ja. Het spijt me.
-Geeft niet.
1:32:47
Het is nu half negen.
Om half één in de Groene Zaal?
1:32:51
Prima.
1:32:55
Betaal jij even?
-Doen we.
1:33:03
1500 dollar?
-Niet gek, hè?
1:33:07
Hij wilde niet hoger.
-Jij niet. Er zat 2000 in.
1:33:11
Je betaalt z'n borrel ook nog.
-Voortaan doe je het zelf maar.
1:33:24
Ik ga wat rusten.
1:33:33
Die bril staat je goed.
1:33:38
Je ziet er goed uit.
-Hoe gaat het?
1:33:41
Niet slecht. En jij?
-4000 in drie weken. Redelijk.
1:33:47
Ik ben blij voor je.
-Straks pak ik die lul uit Akron.
1:33:52
Wed je mee?
-Nee, dank je.
1:33:57
Ik moet om tien uur spelen.
Ik ga vroeg naar bed.