:19:02
Dit huis is een tempel,
vergeet dat niet.
:19:07
Even geweldig als welke piramide
of welk kasteel dan ook.
:19:12
Het kent geen tijd en ruimte
of al dat soort onzin.
:19:16
Het kwaad loert altijd op de schedel.
Help me hem beschermen.
:19:21
Laat niemand het ding aanraken,
begrepen ?
:19:37
Daar kun je op slapen.
- Behandel je familieleden altijd zo ?
:19:43
Ze verstoppen in de kelder
alsof ze een of ander vies dier zijn ?
:19:48
Sorry, ik ben dit niet gewend.
Ik heb geen familie meer, meneer.
:19:52
Noem me geen meneer.
Ik ben geen politicus.
:19:56
Ik ben je betovergrootvader.
Noem me maar Gramps.
:20:03
Zo noemde je opa mij altijd.
- Oké Gramps.
:20:14
We kruipen onder de wol.
- Ik ben niet moe. Ik hoef niet te slapen.
:20:20
Ik fris me even op
en dan gaan we stappen in de stad.
:20:27
Dat lijkt me geen goed idee.
- Waarom niet ? Er is niets mis met me.
:20:33
Dat is wel zo, maar...
:20:37
Ik zie aan je ogen dat je iets dwarszit.
:20:41
Ik voel me kiplekker, ik...
:20:57
Ik had weer jong moeten zijn.