:41:06
Dan hebben we fatsoenlijke vrienden en
dan breek je zijn neus. Dat is niet zo leuk.
:41:10
- Zijn kinderen vonden het leuk.
- Dat zijn maar kinderen.
:41:14
Jij bent volwassen, jij moet beter weten.
Wat bezielde je ?
:41:19
- Hij vroeg erom.
- Hoe dan ?
:41:26
- Laat maar zitten.
- Het is je voorman, hoor.
:41:29
Hij gaatje vast ontslaan.
:41:32
- Dat doet ie vast, ja.
- Hoe moet dat dan met ons gezinnetje ?
:41:42
- Met een echte man naast je.
- Dat is geen antwoord.
:41:46
- Dat is het enige antwoord.
- Ach, ga weg.
:41:50
Een echte man naast je.
:41:59
Nathan moet een paar luiers hebben.
:42:03
Ik ben zo terug.
:42:11
Hou je gordel om.
:42:18
Wakker worden, joh.
:42:22
Ik neem deze luiers
en het geld dat je daar hebt.
:42:26
"Nee, ik bouw mijn huisje met stro",
zei het kleine biggetje.
:42:30
Kijk dan eens.
:42:33
"Dan zal ik..."
:42:39
"Dan zal ik je huis omver blazen."
:42:45
De schoft.
:42:48
Wat een schoft.
:42:55
- Grote schoft.
- Schiet op, mijn vrouw is kwaad.
:42:59
Grote schoft.