:26:03
Het past bij je.
- Dank je.
:26:08
Kom even kijken naar de gevries-
droogde dieren. Net echt.
:26:13
Een andere keer.
:26:31
CD, gisteren zag ik het weer.
:26:35
Wat?
:26:36
Dat ding, die gimmick,
de Nelson-koe.
:26:43
We verzinnen een naam.
Suzy...Bossy...
:26:46
Je zet haar foto op een poster,
leert haar een biertje drinken.
:26:51
Die dingen werken echt.
- Wat een geweldig idee.
:26:55
Echt?
- Ja, het is fantastisch.
:26:59
Briljant. Wat een idee.
En ik ben erbij geweest.
:27:05
Hij plukte dat idee zo uit de boom.
En stopte het in zijn zak.
:27:10
Wat is het? Geniaal?
:27:13
Nee. Of toch wel? Misschien ga
ik wel een wonder meemaken.
:27:21
Heb je CD al ontmoet?
- Nog niet.
:27:24
Hij heeft iets bijzonders.
- Een grote neus, hè?
:27:30
Watje ook doet, niet staren.
- Natuurlijk niet.
:27:35
Nee, maar als je daar zit,
denk je steeds: Niet staren.
:27:40
En dan denk je dat dat opvalt,
dus je kijkt hem aan...
:27:44
...en dan denk je:
lk zit te staren.
:27:47
Je denkt: Dit is belachelijk, en je
kijkt aandachtig. En dan denk je:
:27:54
Als deze man z'n gezicht wast,
is ie steeds de zeep kwijt.